1. Geef je dier keuzes
Dieren die vrij rondlopen in huis of tuin zullen zelf op zoek gaan naar het aangenaamste plekje, in de schaduw. Om binnendieren extra te helpen, kan je de deur naar de (frisse) kelder tijdelijk openzetten of extra waterbakjes in verschillende ruimtes voorzien. Je stimuleert je dier weliswaar om een koele, veilige plaats te kiezen door het ‘keuzeaanbod’ te vergroten.

Pierke kiest er soms voor om wél even in het zonnetje te zitten. (foto: Lore Custers)
MAAR: Een dier dat gewoonlijk in een afgesloten hok leeft, denk aan een knaagdier of konijn, kan niet zelf naar een andere ruimte gaan als het te warm wordt. Toch moeten ook zij, die trouwens zéér gevoelig zijn voor hitte, voor de koelte kunnen kiezen. Het is onze taak om ervoor te zorgen dat die optie er is door het hok op een schaduwplaats te zetten of door de dieren tijdelijk een andere, koelere huisvesting te bieden.
2. Creëer een koele ruimte
Net zoals wij, hebben ook dieren die binnenshuis leven er baat bij als ramen en gordijnen bij deze hitte gesloten blijven. Pas als de temperaturen buiten lager zijn dan binnen, kan je de ramen openzetten voor frisse lucht. Maak je gebruik van een ventilator? Zorg er dan voor dat deze niet direct op je dier blijft blazen of, zoals hierboven vermeld, geef je dier de keuze om zich te verplaatsen.
3. Water, water en nog eens water
Water kan op verschillende manieren redding bieden. Voorspelt de weerman warm weer? Vul dan, liefst de avond van tevoren, een flesje met kraantjeswater en plaats dit in de diepvries. Draai de bevroren waterfles ‘s anderendaags in een handdoek en leg deze binnen bereik van je dier. Het dier kan nu zelf kiezen of hij al dan niet verkoeling gaat zoeken. Ook Ice Pods zijn een diervriendelijk alternatief: een soort ‘schijf’ die je in de diepvries kan plaatsen om daarna bij je dier te leggen.

Foto: Courtney Clayton – Unsplash
Sommige huisdieren houden er daarnaast van om zich in een grote schaal of een klein zwembadje te verfrissen. Laat je dier hier wel steeds uit zichzelf ingaan en forceer het niet. Ook extra waterbakjes zijn tijdens deze hittegolf geen overbodige luxe. Keuze is het sleutelwoord!
4. Observeer het gedrag
Niemand kent je dier beter dan jijzelf. Merk je gedragsveranderingen op die verder gaan dan iets meer rusten en iets meer drinken? Contacteer dan op tijd je dierenarts. Voorbeeldsignalen die een rood licht moeten doen branden zijn: rode slijmvliezen, een snelle ademhaling, niet meer eten, lusteloos, braken en heet aanvoelen. Heel ernstig wordt het als de hartslag ook snel is en het dier niet of nauwelijks meer op prikkels reageert. Zoek in dit geval meteen je dierenarts op.

Een dier dat het warm heeft, spreidt vaak de poten langs het lichaam.
5. Hou deze dieren extra in het oog
Bepaalde dieren kunnen meer last hebben van de hitte en zijn dan ook dankbaar als je bovenstaande maatregelen treft. Zo moeten onder meer zieke dieren, kortsnuitige honden (bv. mopshonden en bulldogs), dieren jonger dan 6 maanden en dieren op leeftijd extra nauwlettend in de gaten worden gehouden.
Zoek je specifieke tips voor jouw diersoort tijdens de hitte? Dan is dit een handige link.
Een gedachte over “Tijd voor tips #3: je dier en de hitte”